Wat is het toch met voedingstrends in hondenland? Zijn het de hippe verpakkingen? Voeding verrijkt met superfood? De groene beloftes? De gedachte dat je samen met je hond op een wortel kan knagen, terwijl je de planeet redt? Of is het gewoon de drang om alles wat je zelf doet, ook op je hond te projecteren? “Veganistisch of vegan is gezond voor mij, dus vast ook voor mijn hond!” Maar wacht even. Is dat wel zo? Of is vegan hondenvoer gewoon de ‘hype’ van deze tijd – een fenomeen dat iedereen napraat, zonder te weten wat het eigenlijk betekent?
amylase 2b-gen
Want laten we eerlijk zijn: een hond is geen kleine mensje. Hij draagt geen sokken, hij heeft geen Netflix-account, en hij maakt zich niet druk om de nieuwste superfood. Maar… hij heeft wel een gen. Een bijzonder gen. Het amylase 2b-gen (AMY2B), om precies te zijn. Klinkt als een codewoord uit een sciencefictionfilm, maar het is gewoon biologie. Dankzij dat gen kunnen honden – in tegenstelling tot hun voorouders, de wolven – zetmeel uit planten veel beter verteren. Sommige honden hebben er zelfs wel achttien kopieën van, anderen maar vier. Een soort interne loterij: “Gefeliciteerd, jouw hond mag extra vaak naar de aardappelboer!” Maar… betekent dat ook dat je hond zonder problemen volledig vegan kan eten?
Hond + wortel = gezond
De realiteit is genuanceerder. Het is niet zo simpel als: “Hond + wortel=gezond.” Honden zijn omnivoren, dat klopt. Ze kunnen voedingsstoffen uit zowel dierlijke als plantaardige bronnen halen. Maar – en dit is een grote maar – hun voedingsbehoeften zijn niet hetzelfde als die van mensen en iedere hond is anders. Dierlijke eiwitten zijn van nature compleet: ze bevatten alle essentiële aminozuren die een hond nodig heeft, zoals (taurine en) methionine. Plantaardige eiwitten missen vaak één of meerdere van die bouwstenen. Je moet dus slim combineren en aanvullen en niet zomaar zelf wat bonen, rijst en een snufje liefde in de bak gooien. Fabrikanten voegen ze vaak (chemisch) toe (niet altijd!). En dan hebben we het nog niet eens over vitamine B12, vitamine D en calcium – voedingsstoffen die vooral in dierlijke producten zitten.
Succesverhalen
En dan zijn er de succesverhalen. Honden met allergieën die opknappen van vegan voer. Minder jeuk, mooier vachtje, blije baas. Of honden met leishmaniose of nierproblemen, die juist baat hebben bij een purinearm, plantaardig dieet. En niet te vergeten de ecologische pootafdruk. Maar er zijn ook valkuilen en uitdagingen. Plantaardige vetzuren worden minder efficiënt omgezet, en niet iedere hond haalt uit bonen en granen wat hij nodig heeft. Tekorten sluipen erin als je niet oplet. Te weinig essentiële aminozuren, een te hoge pH in de urine, of gewoon een hond die z’n neus ophaalt voor linzenstoof.
Wat is wijsheid?
Dus, wat is wijsheid? Gebruik je zintuigen. Oftewel: kijk, luister, voel, proef (nou ja…). Observeer je hond. Is hij fit, energiek, glanst zijn vacht, plast (en poept) hij normaal? Mooi. Maar twijfel je? Raadpleeg een (orthomoleculair) hondenvoedingsdeskundige. Want vegan hondenvoer is geen magisch woord, geen lege kreet, geen wondermiddel. Het is wetenschap én een beetje fingerspitzengefühl. En soms, heel soms, is het gewoon een kwestie van proberen, meten en bijsturen.
Meer informatie?
Wil je weten of deze voeding bij jouw hond past? Stuur me een berichtje.